De T1 – Het begin van een tijdperk
Bouwperiode: 1950–1967
Ongeveer 1,8 miljoen exemplaren
Tegen het einde van de jaren veertig presenteerden VW-chef Heinrich Nordhoff en hoofdingenieur Alfred Haesner de Bulli. Toen de allereerste Volkswagen Transporter in 1950 van de band rolde, had niemand kunnen voorzien hoe groot zijn impact zou zijn. Wat begon als een simpel idee dat de Nederlandse importeur Ben Pon senior op 23 april 1947 op een blaadje in zijn agenda ‘uitwerkte’ – een bestelbusje gebaseerd op de techniek van de Kever – groeide al snel uit tot een onmisbare partner voor ondernemers. In Nederland was de T1 niet alleen geliefd bij kleine bedrijven, maar ook bij overheidsinstellingen als de politie. Het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie (PTT), gebruikte het model om post en pakketten door het hele land te bezorgen. Voor veel Nederlanders werd de T1 synoniem met groei en wederopbouw. Met een prijs van 5.125 gulden was hij betaalbaar en bijzonder effectief. De vraag naar de T1 was enorm. In Hannover liep in 1964 de miljoenste T1 van de band. Z’n liefkozende bijnaam ‘Bulli’ komt voort uit een samentrekking van de woorden ‘Bus’ en ‘Lieferwagen’ – Duits voor bestelwagen. Volkswagen wilde aanvankelijk Bulli als officiële naam registreren voor de Transporter, maar ze konden het niet gebruiken omdat de naam al geregistreerd was door de Duitse vrachtwagen- en busfabrikant Büssing – tegenwoordig deel uitmakend van VW-concerngenoot MAN. Daarom werd het vooral een informele bijnaam voor de T1 en de daaropvolgende generaties van de Transporter.
Weet je... De eerste T1-modellen hadden slechts 25 pk, maar behaalden toch een maximale snelheid van 80 km/u – genoeg om op tijd bakstenen, arrestanten of postpakketjes af te leveren.
Dit was nieuw... De bodemplaat van de Kever was te zwak om een vol beladen bestelwagen te dragen. In plaats daarvan kwam een ladderchassis met een zelfdragende carrosserie. Door de afgeronde vorm was de luchtweerstand lager dan die van de Kever.